Het nieuwe ‘decreet lokaal bestuur’, dat de gemeentelijke spelregels vastlegt voor lokaal bestuur, zorgt opnieuw voor onrust in een Vlaamse gemeente. Na de Burgemeesterwissel in Blankenberge (waar Björn Prasse (Open Vld), Daphne Duméry (N-VA) opvolgde als Burgemeester), leek er ook een nieuwe meerderheid aan te komen in de Panne. Vorige week had Bram Degrieck (Plan B) zijn meerderheid verloren aan Ann Vanheste (Lijst Burgemeester), maar deze laatste is haar meerderheid reeds opnieuw verloren. Gisteren werd immers op de extra gemeenteraad de constructieve motie van wantrouwen tegen de toenmalige meerderheid van burgemeester Bram Degrieck opnieuw ingetrokken.
Waar vroeger een ingewikkelde procedure nodig was om een coalitiewissel op lokaal niveau door te voeren, kan heden via een constructieve motie van wantrouwen een coalitiewissel worden doorgevoerd, door meteen een alternatieve meerderheid voor te stellen. Hoewel het nieuwe decreet dus als hoofddoel heeft om de structurele onbestuurbaarheid van een gemeente snel op te lossen, heeft dit decreet tot nu toe, goede bedoelingen ten spijt, vooral bijwerkingen.
Naast verloren burgemeestersjerpen en beeïndigde politieke loopbanen, is het grootste slachtoffer misschien nog wel de geloofwaardigheid van de lokale politiek. De gebeurtenissen van de voorbije maanden wekt op zijn minst de indruk dat de nieuwe procedure in de praktijk niet wordt ingeroepen om onbestuurbaarheid tegen te gaan, om zo de burger beter te dienen, maar om politiek lokale afrekeningen te presenteren.
Een recente studie van GfK in opdracht van Whyte Corporate Affairs, net zoals andere studies van de laatste jaren, toont aan dat burgers het meest vertrouwen hebben in hun lokale bestuurders. Nabijheid op politiek vlak is duidelijk een troef voor de geloofwaardigheid. Lokale vertegenwoordigers krijgen meer vertrouwen dan parlementsleden, ministers en politieke partijen. Indien deze nabijheid echter overschaduwd wordt door gebeurtenissen zoals deze van de afgelopen weken, is dit op lokaal niveau extra zicht -en voelbaar.
De lokale politiek riskeert hier geen goede beurt te maken en in de betrokken gemeente(n) moet mogelijks het vertrouwen van de burger worden herwonnen. Het zou jammer zijn dat het aanzienlijke vertrouwen in lokale bestuurders hierdoor op de helling zou komen te staan. Van de volledige politieke klasse zijn zij immers diegene waarbij de geloofwaardigheid het hoogste scoort. Een constructieve motie van wantrouwen is een krachtig politiek middel. Men moet hier dan ook voorzichtig met omspringen alvorens dit in te roepen.
Ischa Lambrechts, Senior advisor